Fokreglement


Uitgaande van de IJslandse Honden Club
(goedgekeurd op de Algemene Ledenvergadering dd. 18/06/2017)

Dit reglement bevat de bepalingen van het fokreglement verbonden aan de inschrijving van honden van het ras de IJslandse hond in het Nederlandse Hondenstamboek (NHSB)

De opzet van het Vereniging Fok Reglement (VFR) is in vorm en uitvoering gelijk voor alle rasverenigingen van alle rassen.

Sommige regels zijn voor alle rasverenigingen gelijk en komen voort uit het Kynologisch Reglement van de Raad van Beheer.
Voor andere regels geldt een minimumeis waar een rasvereniging wel een verzwaring mag toepassen maar nooit een verlichting. Hierdoor kunnen rasverenigingen voor het zelfde ras zich van elkaar onderscheiden.

1. Algemeen
1.1 Dit reglement voor de IJHC, hierna te noemen de vereniging beoogt bij te dragen aan de behartiging van de belangen van het ras de IJslandse hond zoals deze zijn verwoord in de statuten en het huishoudelijk reglement van de vereniging. Dit Verenigingsfokreglement (VFR) is goedgekeurd door de algemene ledenvergadering van de vereniging op 18 juni 2017. Inhoudelijke aanpassingen van het VFR kunnen uitsluitend plaatsvinden met instemming van de algemene ledenvergadering van de IJHC.
1.2 Dit Verenigingsfokreglement (VFR) geldt voor alle leden van de vereniging voor de IJHC, woonachtig in Nederland.
1.3 Het bestuur van de vereniging verplicht zich, de door de Algemene Vergadering van de Vereniging Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland vastgestelde wijzigingen van het Kynologisch Reglement (KR), die betrekking hebben op dit Verenigingsfokreglement, terstond hierin door te voeren. In tegenstelling tot het gestelde in artikel 1.1 behoeven deze wijzigingen niet de goedkeuring van de algemene ledenvergadering van de vereniging.
Dit ontslaat de individuele fokker niet van de plicht, zelf op de hoogte te zijn en te blijven van recente wijzigingen in het KR, ook als het bestuur van de vereniging hier in gebreke blijft.
1.4 Voor wat betreft de omschrijving van de in dit VFR genoemde definities gelden de omschrijvingen zoals vastgelegd in het Huishoudelijk Reglement en het Kynologisch Reglement van de Vereniging Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland.
1.5 Voor wat betreft de externe regelgeving gelden de regels zoals vastgelegd in het Huishoudelijk Reglement en het Kynologisch Reglement van de Vereniging Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland.
1.6 Inschrijving van een nest in de Nederlandse stamboekhouding (NHSB) door de Vereniging Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland vindt plaats conform de regels zoals vastgelegd in het Kynologisch Reglement.
2. Fokregels
Artikel VIII.2 KR in samenhang met regels van de vereniging
2.1 Een teef mag niet worden gedekt door haar grootvader, haar vader, haar broer,  haar halfbroer, haar zoon of haar kleinzoon.
Pups, voortgekomen uit één van de genoemde combinaties, zullen niet in het NHSB worden ingeschreven (Artikel VIII.2 KR en Artikel III.14 lid 1l KR)
Naast bovenstaande verwantschappen zijn ook de volgende combinaties niet toegestaan:
  •    tevens mag de teef niet worden gedekt door haar neef
2.2 Herhaalcombinaties:
Dezelfde oudercombinatie is maximaal tweemaal toegestaan.
2.3 Minimum leeftijd reu:
De minimale leeftijd van de reu op de dag van de dekking moet tenminste 18  maanden zijn.
2.4 Aantal dekkingen:
Een reu mag in Nederland maximaal 4 nesten voortbrengen, met dien verstande dat er tussen de dekking voor het tweede en de dekking voor het derde nest minimaal 12 maanden verstreken dienen te zijn
Als geslaagde dekking geldt een dekking waaruit minimaal één levende pup is voortgekomen en ingeschreven in het NHSB.
NB 1: In bijzondere omstandigheden zal een nest niet worden ingeschreven in het NHSB (artikel III.14 KR). Ook dan wordt uitgegaan van een geslaagde dekking.
NB 2: indien sperma wordt gebruikt van de reu voor kunstmatige inseminatie (KI), telt dit mee als een ‘dekking’.
2.5 Cryptorchide en monorchide: cryptorchide of monorchide reuen zijn uitgesloten van de fokkerij.
2.6 Gebruik buitenlandse dekreuen: Wanneer een lid van de vereniging voor een dekking een niet in Nederlands eigendom zijnde reu, welke wel staat ingeschreven in een door de FCI erkende stamboekhouding, wil gebruiken dan dient deze bij voorkeur te voldoen aan de gezondheidseisen zoals deze door de vereniging gesteld worden.

Daar nog niet elk land dezelfde regels en/of normen hanteert, dient de buitenlandse reu minimaal aan de volgende voorwaarden te voldoen:

  1. De reu moet zijn ingeschreven in een buitenlands stamboek van een FCI land, of een land dat door de FCI is erkend, conform het gestelde in artikel III.21 lid 2 KR;
  2. De uitslag van de in het betreffende land uitgevoerde gezondheidsonderzoeken en de kwaliteit van het onderzoek dienen vergelijkbaar te zijn met de onderzoeken zoals deze door de vereniging in dit VFR zijn opgenomen;
  3. Mocht in een buitenlands onderzoek een (deel)test niet zijn opgenomen welke wel wordt uitgevoerd in de Nederlandse variant, dan dient de teef in ieder geval vrij te zijn van de afwijking waar in de Nederlandse variant op wordt getest;
  4. de verplichting tot het uitvoeren van de volgende testen: Patella Luxatie en LPA dienen onverkort te worden gehandhaafd.
2.7 Kunstmatige inseminatie (sperma van levende en/of overleden dekreuen): als een fokker voor een dekking het sperma gebruikt van een nog in leven zijnde of overleden dekreu, dan gelden voor deze dekking de regels van dit Verenigingsfokreglement  alsof het een natuurlijke dekking van de dekreu betreft.
2.8 Geboorte. De geboorte dient in principe een natuurlijk verloop te hebben. Indien  de geboorte van een nest voor de tweede maal operatief, door middel van een keizersnee (sectio ceasarea) heeft plaatsgevonden, mag de teef verder niet meer voor de fokkerij worden ingezet.
3. Welzijnsregels
3.1 Een teef mag niet worden gedekt vóór de dag waarop zij de leeftijd van 23 maanden heeft bereikt.
3.2 Een teef, waaruit niet eerder pups zijn geboren, mag niet worden gedekt na de dag waarop zij de leeftijd van 60 maanden heeft bereikt.
3.3 Een teef, waaruit eerder pups zijn geboren, mag niet meer worden gedekt na de dag waarop zij de leeftijd van 108 maanden heeft bereikt.
3.4 Een teef mag niet meer worden gedekt na de dag waarop haar derde nest is geboren.
3.5 Een teef mag niet worden gedekt als deze dekking tot gevolg heeft dat tussen de geboortes van twee opeenvolgende nesten van deze teef geen termijn van tenminste 12 maanden zit.
4. Gezondheidsregels
4.1 Gezondheidsonderzoek (screening) ouderdieren: preventieve screening van ouderdieren moet, als het gaat om: HD onderzoek, ED onderzoek, oogonderzoek en doofheidonderzoek, plaatsvinden door deskundigen die erkend zijn door de Raad van Beheer conform de door de Raad van Beheer voor deze onderzoeken opgestelde en/of goedgekeurde onderzoeksprotocollen.
4.2 Verplicht screeningsonderzoek.
Op basis van wetenschappelijk onderzoek zijn de volgende gezondheidsproblemen binnen het ras vastgesteld en moeten de ouderdieren vóór de dekking worden onderzocht op:
Heup Dysplasie, fokdieren dienen onderzocht te zijn op HD, waarbij voor de fokkerij de volgende combinaties mogelijk zijn:
HD-A x HD-A is toegestaan,
HD-A x HD-B is toegestaan,
HD-A x HD-C is toegestaan,
HD-B x HD-B is toegestaan.
Binnen het jaar vóór dekking dienen beide ouderdieren een ECVO onderzoek op erfelijke oogaandoeningen te hebben ondergaan en dient de uitslag vrij te zijn.
Patella Luxatie, onderzoek dient te worden verricht naar Patella Luxatie volgens het Meutstege protocol, waarbij voor de fokkerij wordt gehanteerd dat de ernstigste aandoening telt als doorslaggevend. De volgende combinaties zijn toegestaan:
graad 1 x vrij en vrij x vrij
Ligamentum Pectinatum Abnormaliteit (wat kan leiden tot glaucoom). Honden welke worden ingezet voor de fokkerij dienen eenmalig vóór de eerste dekking een verplicht gonioscopisch onderzoek te ondergaan. Dit onderzoek kan gedaan worden vanaf het moment waarop de hond 8 maanden oud is.
De uitslag van de mate van aandoening kan zijn: vrij van, onbeslist, gering, middelmatig of ernstig. Indien de uitslag onbeslist, gering of middelmatig is mag er enkel en alleen gekruist worden met een partner met de uitslag vrij van.
4.3 Aandoeningen.  Met honden die lijden aan een of meer van onderstaande aandoeningen mag niet worden gefokt.
Heupdysplasie:
Honden met een HD uitslag: HD C, HD D en HD E. Een hond met de uitslag HD C mag wel gebruikt worden indien gecombineerd met een hond met HD A uitslag.
Patella Luxatie:
Honden met Patella Luxactie uitslag graad 1 en hoger. Honden met een Patella Luxatie graad 1 mogen wel gecombineerd worden met honden waarvan de uitslag Patella Luxatie vrij is.
Ligamentum Pectinatum Abnormaliteit:
Honden die een ernstige vorm van Ligamentum Pectinatum Abnormaliteit hebben.
Honden die de uitslag onbeslist, gering of middelmatig hebben mogen alleen gecombineerd worden met honden die vrij zijn bevonden voor de aandoening.
Erfelijke oogaandoeningen
4.4 Diskwalificerende fouten. Niet van toepassing
4.5 De IJHC hanteert als uitgangspunt voor de handhaving van een gezonde populatie IJslandse honden dat het verboden is om te fokken met honden welke aantoonbaar lijden aan een ziekte en/of aandoening welke de gezondheid van de ouderdieren en/of hun nakomelingen schade kan berokkenen.
5. Gedragsregels
5.1 Karaktereisen: beide ouderdieren moeten voldoen aan de karaktereisen zoals die in de rasstandaard zijn beschreven.
5.2 Voor dit ras is een verplichte gedragstest niet van toepassing.
6. Werkgeschiktheid
6.1 Voor dit ras is een verplichte werkgeschiktheidtest niet van toepassing.
7. Exterieurregels
7.1 Deelname aan exposities is niet verplicht.
7.2 Fokgeschiktheidskeuringen zijn niet van toepassing
8. Regels, afgifte pups, welzijn pups
8.1 Ontwormen en enten: de fokker draagt zorg voor het deugdelijk ontwormen en inenten van de pups volgens gangbare veterinaire inzichten en voor een volledig door de dierenarts ingevuld en ondertekend Paspoort voor Gezelschapsdieren. De pups dienen bij aflevering adequaat ontwormd te zijn en zij dienen voorzien te zijn van een unieke ID transponder.
8.2 Aflevering pups: de pups mogen niet eerder worden afgeleverd dan op de leeftijd van 8 weken. Tussen de eerste enting en de overdracht aan de nieuwe eigenaar moeten minimaal 7 dagen zitten.
9. Slot- en overgangsbepalingen
9.1 Dit reglement is niet van toepassing op nesten die geboren worden uit een teef gedekt op of voor de dag waarop dit reglement in werking treedt.
9.2 Gezondheidsuitslagen, exterieur, gedrag- en/of werkkwalificaties die zijn afgegeven en/of voor de inwerkingtreding van dit reglement hebben plaatsgevonden, worden geacht onder de werking van dit reglement te zijn inbegrepen.
9.3 In bijzondere gevallen kan de vereniging bij een besluit met betrekking tot het toestaan van een bepaalde combinatie afwijken van dit VFR, indien de belangen van het ras daardoor worden gediend. Een besluit op basis van dit lid wordt met redenen omkleed naar de leden van de vereniging gecommuniceerd.
9.4 Het is verboden bij aanvraag, aanmelding, inschrijvingsprocedures en alle overige regelingen, die in dit reglement zijn opgenomen of waarnaar verwezen wordt, onjuiste gegevens te verstrekken of om gegevens te verzwijgen.
9.5 Wanneer men toch in strijd met de voorschriften voor het fokken handelt, kunnen onderstaande sancties door het bestuur van de IJHC worden toegepast:

  1. Voorwaardelijke sanctie: Het geen gebruik mogen maken van de diensten van de pupunformatiedienst en uitsluiting van het publiceren van dek- en geboorteberichten in het clubblad en/of alle andere puclicaties van de IJHC.
  2. Onvoorwaardelijke sanctie: wanneer een lid voor een onvoorwaardelijke sanctie in aanmerking komt, krijgt het lid een eerste waarschuwing. Bij herhaling wordt het lidmaatschap opgezegd

De opzegging geschiedt schriftelijk door het bestuur. Er wordt niet tot opzegging overgegaan, dan nadat het lid schriftelijk op zijn verzuim is gewezen en hij/zij gedurende een maand in de gelegenheid is gesteld, om alsnog aan zijn verplichtingen te voldoen. Dit ter beoordeling van het bestuur.

Mocht hiervan geen of onvoldoende gebruik worden gemaakt, wordt het lid zo spoedig mogelijk schriftelijk en met opgave van redenen van het besluit tot opzegging in kennis gesteld. Daarbij wordt mededeling gedaan van de bestaande beroepsmogelijkheid.

10. Inwerkingtreding
10.1
Dit Verenigingsfokreglement treedt in werking op nadat het reglement is goedgekeurd door  het bestuur van de Raad van Beheer conform de artikelen 10 HR en VIII 5+6 KR.
Aldus vastgesteld door de Algemene Ledenvergadering van de IJHC op 18 juni 2017 te Gouda.

Reacties zijn gesloten.